Ademhaling – minder is meer
‘Waarom ademen wij?’. De meeste mensen die deze vraag krijgen, antwoorden iets in de trend van ‘om zuurstof binnen te krijgen’. ‘Dus als je je adem even inhoudt, dan zorgt de afgenomen hoeveelheid zuurstof in je lichaam ervoor dat je weer moet ademen?’. De meeste mensen geven hier een bevestigend antwoord. ‘Dus als je maar zo veel mogelijk ademt, dan krijg je lekker veel zuurstof binnen en dat is goed voor je?’. Hier moeten de meeste mensen vaak iets langer over nadenken, maar toch zullen zij vaak een bevestigend antwoord hierop geven. Maar is dat wel zo? Of kan je ook te veel ademen?
In veel gevallen, ga je door ziekte en stress meer en sneller ademen. Doordat je dit normaal gesproken niet door hebt, kan er een patroon ontstaan dat langere tijd aanhoudt, zelfs als de ziekte of stress al geruime tijd is afgenomen. Als je veel ademt, dan komt er inderdaad veel lucht in je longen en in die lucht zit zuurstof. Maar waar wil je dat zuurstof hebben? In je longen of in de lichaamscellen die daar op dat moment het meest behoefte aan hebben?
Deze vraag is essentieel als we kijken naar de ademhaling. Het is namelijk zo, dat bij veel en snel ademen ook veel koolstofdioxide (CO2, ook wel kooldioxide of koolzuurgas genoemd) wordt uitgeademd. Deze stof wordt vaak gezien als afvalstof van het lichaam en als je aan afvalstof denkt, dan zou je kunnen denken dat het goed is om die zo snel mogelijk uit je lichaam te verwijderen. Als je dus zo veel mogelijk zuurstof inademt en koolstofdioxide uitademt, dan gaat het goed. Maar als we kijken naar de rol die koolstofdioxide in het lichaam heeft, dan wordt het beeld over ademhaling toch heel anders.
Koolstofdioxide zorgt er namelijk voor dat het zuurstof zich kan verplaatsen van het bloed (gebonden aan de rode bloedlichaampjes) naar de cellen die het nodig hebben. Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan spiercellen of hersencellen. Doordat er te veel koolstofdioxide wordt uitgeademd als je te veel ademt, is er te weinig koolstofdioxide in en rondom die cellen aanwezig, wat ervoor zorgt dat er een beperkte hoeveelheid zuurstof in die cellen terecht komt.
Dit proces wordt ook nog eens negatief beïnvloed doordat een lage hoeveelheid koolstofdioxide ervoor zorgt dat bloedvaten vernauwen, waardoor de hoeveelheid zuurstofrijk bloed dat de cellen bereikt minder is dan wanneer de bloedvaten verwijden.
De primaire functie van ademen is zuurstofvoorziening van de cellen en doordat dit met deze manier van ademen niet optimaal gebeurt, wordt dit een disfunctionele ademhaling genoemd. Als dit langere tijd aanhoudt, dan kan dit vele negatieve gevolgen hebben op zowel de fysieke als mentale gezondheid en de sportprestaties. Om dit onbewust aangeleerde ademhalingspatroon te veranderen en je gezondheid en sportprestaties te bevorderen, is het noodzakelijk om door gerichte ademtraining jezelf weer een functionele ademhaling aan te leren. Bij een functionele ademhaling wordt er minder en op een andere manier (neusademhaling en via het middenrif) geademd, waardoor minder koolstofdioxide wordt uitgeblazen en een verwijding van de bloedvaten en een betere zuurstofvoorziening van de cellen plaatsvindt.
Als je hiermee aan de slag gaat, houd er dan wel rekening mee dat het geen ‘quick fix’ is en dat een aangeleerd patroon niet in een paar dagen of weken afgeleerd is. Een betere gezondheid en sportprestaties is een kwestie van lange adem…